Wanneer een bedrijf de consument misleidt of zelfs voorliegt over de ecologische impact van haar producten of diensten, noemen we dit greenwashing. Een studie van TerraChoice uit 2010, onderzocht 4744 zogenaamde groene producten in de Verenigde Staten en Canada. Maar liefst 95% ervan bleek schuldig te zijn aan een van de zeven hoofdzonden de greenwashing:
1. Verborgen trade-off
Een product als milieuvriendelijk bestempelen op basis van een paar eigenschappen. Bijvoorbeeld: gerecycleerde verpakking in de kijker zetten, maar andere eigenschappen verzwijgen. Zoals de energie die nodig is om te produceren. Deze laatste eigenschappen hebben mogelijk een grotere impact op de milieuvriendelijkheid van het product.
2. Geen bewijs leveren
Een milieuvriendelijke claim maken zonder een bewijs ervan te leveren op het etiket of de website. Bijvoorbeeld: een lamp waarbij enkel de slogan 'energie–efficiënt' staat, zonder meer.
3. Vaag blijven
Brede of slecht gedefinieerde concepten gebruiken, zoals 'natuurlijk'. Natuurlijke producten kunnen ook schade toebrengen aan het milieu.
4. Irrelevante claims maken
Een claim die correct is, maar geen rol speelt. Bijvoorbeeld: CFK-vrij. Dit is wettelijk verboden dus irrelevant, want alle producten horen CFK- vrij te zijn.
5. Kiezen tussen twee kwaden
Beweren de milieuvriendelijkste producent te zijn van een product dat op zich erg vervuilend is. Bijvoorbeeld een 'milieuvriendelijke' auto.
6. Liegen
Bijvoorbeeld: een erkend biolabel op de verpakking zetten, terwijl het eigenlijk niet gecertificeerd is.
7. Aanbidden van valse labels
Beweren dat het product gecertificeerd is door een derde partij of label, die eigenlijk niet bestaat.
Zo laat je jezelf niet greenwashen
Op www.labelinfo.be kan je nagaan welke ecolabels erkend zijn, en welke milieu- en sociale criteria ze in acht nemen.
Bron: www.truegoods.com