1. Sneller schakelen
Schakel snel naar een hogere versnelling. Schakel bij een toerental dat bij voorkeur lager is dan 2500 toeren. Nieuwe auto's geven vaak aan wanneer het tijd is om van versnelling te veranderen.
2. De gepaste snelheid kiezen
Op de autosnelweg is 10 à 15 km/uur trager rijden al goed voor een verlaging van het verbruik met 1 liter per 100 km. De tijdswinst door sneller te rijden is zogoed als verwaarloosbaar. Ook een gelijkmatige snelheid beperkt het verbruik. Is het rustig op de baan, dan can de cruise controm functie hierbij helpen.
Onnodig gewicht zorgt voor een hoger verbruik. Laat geen onnodige bagage in de auto slingeren en verwijder het bagagerek, de dakkoffer of de fietsenhouder als je ze niet gebruikt.
3. Anticiperen
Kijk zo ver mogelijk vooruit. Wanneer je een obstakel of een kruispunt nadert, laat het gaspedaal dan los. Blijf uitbollen in dezelfde versnelling, en schakel pas wanneer je opnieuw wil versnellen. Omdat de wielen op dat moment de motor draaiende houden is er geen verbruik.
4. Het gewicht beperken
Onnodig gewicht zorgt voor een hoger verbruik. Laat dus geen onnodige bagage in de auto slingeren en verwijder het bagagerek, de dakkoffer of de fietsenhouder als je ze niet gebruikt.
5. De luchtweerstand van je wagen beperken
Een bagagerek, dakkoffer of fietsenhouder verhogen ook de luchtweerstand (de aerodynamische weerstand) van je wagen. Verwijder ze als je ze langere tijd niet gebruikt. Omwille van die luchtweerstand monteer je een fietsenhouder beter achteraan dan boven op het dak. Ook het rijden met een open raampje of een open dak verstoort de aerodynamiek en leidt tot een hoger verbruik.
6. De bandenspanning controleren
Elke autoband, ook een nieuwe, verliest maandelijks ongeveer 0,15 bar. Een te lage spanning veroorzaakt niet enkel een hoger verbruik, maar zorgt ook voor minder grip op de weg. Elke maand je bandenspanning even controleren is dus geen overbodige luxe. In de meeste tankstations kan je dit zelf doen.
7. De motor uitzetten bij korte stops
Al vanaf 30 seconden stilstand (bij een spoorwegovergang, om iemand op te pikken...) is het beter om de motor uit te zetten. Sommige nieuwe wagens stoppen de motor automatisch.
8. Het energieverbruik beperken
Accessoires als achterruitverwarming, mistlampen of airco doen het energieverbruik fors toenemen. Gebruik ze dus enkel indien echt nodig. Een koude motor warmt beter op als je er onmiddellijk – maar rustig – mee rijdt. Laat je motor dus niet eerst enkele minuten stationair draaien, zelfs op koude ochtenden.
9. De beschikbare apparatuur gebruiken
De toerenteller of boordcomputer helpen om de juiste versnelling te kiezen. Met cruise control kun je gemakkelijker een gelijkmatige snelheid aanhouden.
10. Regelmatig onderhoud
Sla best geen onderhoudsbeurten over. Gebruik olie van goede kwaliteit en ververs ze regelmatig. Vervang ook op de aangegeven tijdstippen de lucht- en oliefilter (en de bougies). Een vuile luchtfilter kan het verbruik met 10 procent doen toenemen!
Zelf aan de slag met Ecodriving
- Ecodriving Ecolife: overzicht van de verschillende ecoDriving-formules die Ecolife aanbiedt. Ecolife richt zich naar zowel bedrijven, non-profitorganisaties als overheden.
- Mobimix: ook hier kan je terecht voor extra informatie, cursussen en demonstratiesessies.
- www.hetnieuwerijden.nl: ecodriving in Nederland.
Bron: Ecolife, brochure 101 tips (en meer) om je voetafdruk te verkleinen.